top of page

Mijn honden worden getest. De test resultaten kunt u terug vinden in Dutch Dog data.
Gezondheid papieren zijn ter inzage bij mij thuis.
Mijn honden worden elke twee jaar getest op ECVO en zijn officieel getest op Patella Luxatie.

Patella Luxatie:

De patella (knieschijf) zit in de pees van de grote dijbeenspier. Er komen grote krachten op deze spier zodat de poot het lichaam kan dragen en honden kunnen staan, lopen en springen. Om te zorgen dat de knieschijf in het midden van het gewricht blijft is er een groeve, waar de knieschijf doorheen glijdt. Als de knieschijf uit de groeve schiet (patella luxatie), kan dat been het lichaamsgewicht niet meer dragen. Net als bij heupdysplasie en elleboogdysplasie is er een erfelijke basis, maar spelen ook omgevingsfactoren een rol.

 

Omdat het exterieur (uiterlijk) erfelijk bepaald is, is de aanleg voor knieproblemen ook voor een deel erfelijk. Wanneer een hond O-benen heeft (vaker bij de kleine rassen), wordt de knieschijf naar binnen getrokken. Deze honden ontwikkelen eerder een patella luxatie waarbij de patella over de rand van de groeve naar binnen schiet. Grotere honden hebben eerder een koehakkige bouw. Daar wordt de knieschijf wat meer naar buiten getrokken en zijn er vaker problemen met het naar de buitenzijde verplaatsen van de knieschijf.

Vaak zie je dat een kleine hond met patella luxatie een huppel maakt, met één van zijn achterpootjes hoog opgetrokken. In milde gevallen schiet de knieschijf vanzelf terug zodra de achterpoot weer in de normale stand staat. Als de aandoening erger is of wordt, schiet de knieschijf regelmatig van zijn plaats. In ernstige gevallen van patella luxatie is het kraakbeen van de groeve dusdanig misvormd (afgevlakt) dat de knieschijf constant uit de groeve (van zijn plaats) is.

Om na te gaan of de hond patella luxatie heeft, moet de hond fysiek onderzocht worden, het is niet mogelijk om met röntgenfoto’s de Patella luxatie gradatie te bepalen.
Afhankelijk van de ernst van de aandoening kun je ervoor kiezen de hond te laten opereren. Hoewel dit een moeilijke operatie is, zijn de resultaten vaak erg goed.

Meer is te lezen op de site van de Raad van Beheer

ECVO:

Binnen het onderzoek wordt gezocht naar 17 afwijkingen waarvan een erfelijke basis bekend is.
Voorbeelden hiervan zijn: Cataract, Membrana Pupillaris Persistens (MPP), entropion en Progressieve Retina Atrofie (PRA). 
 
De leeftijd waarop een hond moet worden onderzocht wordt bepaald door de rasvereniging. In veel gevallen wordt op een leeftijd van 15 en 18 maanden begonnen met het onderzoek.
Het wordt aanbevolen de hond jaarlijks op aanwezigheid van, als erfelijk beschouwde, aandoeningen te onderzoeken. Sommige afwijkingen (bijvoorbeeld lensluxatie) ontstaan pas na enkele jaren.
De Nederlandse Teckelclub geeft aan dat een certificaat 2 jaar geldig is.
 
Een éénmalige test is dan niet voldoende, de afwijking kan zich namelijk nog later openbaren. Tot welke leeftijd het dier moet worden onderzocht verschilt per rasvereniging. Bij rassen waarvan bekend is dat nog op hoge leeftijd erfelijke oogafwijkingen naar voren kunnen komen, zal onderzocht moeten worden zolang de hond nakomelingen produceert.

Om het gehele oog goed te kunnen bekijken worden oogdruppels toegediend waardoor de pupil open gaat staan. Na ongeveer 30 minuten zijn de druppels goed ingewerkt en wordt de hond in een verduisterde ruimte onderzocht door de oogspecialist.  Na het druppelen blijven de pupillen ongeveer nog vier uur wijd. Fel (zon)licht is dan niet prettig voor uw hond.

Bron: dierenartsenpraktijk de Graafschap
 
DNA Markers:

Via DNA kan je leiders, dragers en vrije dieren identificeren.
Onze honden zijn voor de volgende markers getest:
 
* FBN2
* PRA crdPRA
* Mucopolysaccharidose Type IIIa
* Heuplaxiteit 2
* Heuplaxiteit 1
* Osteogenesis imperfecta 2
* Factor VII Deficiëntie
* Neuronal ceroid lipofuscinosis (NCL) 1
* Neuronal ceroid lipofuscinosis (NCL) 2
* Hyperuricemie (HUU)

Lafora:

De ziekte van Lafora is een erfelijke, laat beginnende, progressieve myoclonische epilepsie. Een van de kenmerken van de ziekte is een myoclonus, een plotselinge samentrekking van een groep spieren die wordt gekenmerkt door het naar achteren trekken van het hoofd. Deze spiertrekkingen kunnen worden getriggerd door knipperende lichten, plotselinge geluiden en beweging, vooral dicht bij de kop van de hond. De ziekte van Lafora kan spontaan voorkomen bij elk hondenras, maar het komt vaker voor bij bepaalde hondenrassen.

De eerste tekenen van de ziekte van Lafora treden op bij getroffen honden ouder dan 5 jaar, met myoclonische aanvallen (gekenmerkt door schokken van het hoofd). De ziekte vordert snel en kan leiden tot verdere neurologische symptomen zoals ataxie, blindheid en dementie.

Bron: CombiBreed Nederland

bottom of page